De Voorjaarsnota 2025 kondigt een fiscale voorjaarsstorm aan. Als werkgever wil je niet overvallen worden door veranderende regels en oplopende kosten.
Paraplu mee? Of liever goed voorbereid? De belangrijkste fiscale voorstellen zetten we voor jou op een rij.
De Voorjaarsnota 2025: wat verandert er voor werkgevers? De belangrijkste fiscale voorstellen zetten we voor jou op een rij.
De Voorjaarsnota 2025, ingediend net voor Pasen, bevat diverse fiscale maatregelen die gevolgen hebben voor werkgevers. Op 11 juni aanstaande staat het plenaire debat over de Voorjaarsnota in de Tweede Kamer gepland. Hieronder zetten wij de belangrijkste voorstellen op een rij.
In 2026 worden de tariefschijven in de loon- en inkomstenbelasting, de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke heffingskorting niet geïndexeerd voor inflatie. Deze bevriezing dient ter compensatie van het niet doorgaan van de btw-verhoging op sport, cultuur en media. Werknemers zullen hierdoor sneller in een hoger belastingtarief vallen en minder profiteren van kortingen. Dit leidt tot een hogere belastingdruk op arbeid.
Het percentage voor de vrije ruimte in de werkkostenregeling (WKR) over de eerste € 400.000 van het fiscale loon stijgt in 2027 van 2,00% naar 2,16%. Deze verhoging biedt werkgevers meer ruimte om onbelaste vergoedingen en verstrekkingen te doen, zoals sportabonnementen, thuiswerkvergoedingen of duurzame arbeidsvoorwaarden.
Vanaf 2027 komt er een gerichte fiscale regeling voor werknemersopties bij startups en scale-ups. Werknemers betalen dan geen 49,5% inkomstenbelasting meer bij uitoefening van de aandelenopties, maar 32,17% en pas op het moment van daadwerkelijke verkoop. Dit voorkomt liquiditeitsproblemen voor werknemers. De kosten van deze regeling worden gecompenseerd door versobering van ondernemersfaciliteiten.
De drempelvrijstelling voor regelingen voor vervroegd uittreden (RVU) wordt met drie jaar verlengd vanaf 2026. Ook wordt het vrijgestelde bedrag verhoogd. Tegelijkertijd stijgt de RVU-heffing stapsgewijs naar 65% in 2028 (is nu 52%). Er is daarnaast budget gereserveerd om een verlenging na 2028 mogelijk te maken.
De lucratief belangregeling is in de Voorjaarsnota 2025 aangemerkt als opvallende belastingconstructie. Er zijn twee alternatieven ter consultatie voorgelegd. Een wetsvoorstel wordt later dit voorjaar verwacht.
De premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) stijgt structureel met € 225 miljoen per jaar vanaf 2026. Kleine werkgevers profiteren tijdelijk van een lagere Aof-premie, die in 2026 met 0,21 en in 2027 met 0,23 procentpunt wordt verlaagd. Daarentegen stijgt de hoge premie voor middelgrote en grote werkgevers met respectievelijk 0,03% en 0,04%.
Vanaf 2027 kan de arbeidskorting niet meer worden toegepast op socialezekerheidsuitkeringen die via de werkgever worden uitbetaald. Hiermee wordt aangesloten bij de lijn van de Hoge Raad en vervalt het verschil met uitkeringen die via een uitkeringsinstantie lopen.
Voor ter beschikking gestelde fietsen die doorgaans niet mee naar huis worden genomen, geldt geen bijtelling van 7% in de loonbelasting. Dit verduidelijkt de toepassing van de fiscale fietsregeling.